[Scroll down for text in French or Dutch]
The captivating combination of the grotesque and the sublime in Faces, a series of paintings in pigment, oil and charcoal, is a compelling combination. The grotesque shapes, reliefs and contours are immediately recognizable: eyes, hands, hair, mouths. But also fish, curtains, moons... which, while suggesting the expressiveness of the human face, assume an undeniable comic dimension. The grotesque thus emerges from the whimsical, adventurous nature of the elements making up the canvas, which evoke faces that are both present and on a break from themselves, caught in insensible shifts towards an elsewhere. This inevitably brings to mind Ludwig Wittgenstein's seeing-as and the duck-rabbit he analyzes: an image sometimes grasped as a duck, sometimes as a rabbit, without the eye ever ceasing to oscillate. For the figurative power of her line allows the artist to play with forms, just as free jazz plays with standards while emancipating itself from them: the hand becomes a glass, the head a pitcher, the hair a curtain, through subtle visual games in the composition, all superimpositions and organic reconfigurations.
In Aurélie Gravas' work, figuration is in fact an invitation to enter the sublime world of painting: the sureness of the line, which asserts itself in full, or is suggested by the caress of the pigment, colors that seem to sing to each other, curves that punctuate or languish the forms, reliefs powerfully suggested by a subtle work of transparency where the grain of the canvas flushes out, and where evanescent forms are superimposed. The matt thickness of the oil paint and the lightness of the pigments laid directly on the canvas create visual rhymes that speak strongly to the eye, alerting and moving it. The boldness of her pictorial work is not at the expense of the viewer's pleasure. Aurélie Gravas's painting delights: it speaks to the mind and senses, to the mind that slips into the eye, the exhibition's central motif.
Text by Florence Gravas
[NL]
Als je naar ‘Faces’ kijkt, een groep schilderijen in pigment, olie of houtskool, word je gegrepen door de boeiende combinatie van het groteske en het sublieme. We worden gegrepen door de groteske vormen, reliëfs en contouren die onmiddellijk herkenbaar zijn: ogen, handen, haar, monden. Maar ook een vis, een gordijn, een maan... die, terwijl ze de expressiviteit van het menselijk gezicht suggereren, een onmiskenbaar komische dimensie krijgen. Het groteske komt voort uit de grillige, avontuurlijke karakter van de elementen waaruit het schilderij is opgebouwd, die gezichten oproepen die tegelijk aanwezig zijn als afwezig zijn, afhankelijk van je perspectief, gevangen in onbewuste verschuivingen naar een andere wereld. Dit doet onvermijdelijk denken aan Ludwig Wittgensteins zien-als en de eend-konijn die hij analyseerde: een beeld dat nu eens als eend, dan weer als konijn wordt opgevat, zonder dat het oog kan stoppen met wiebelen. De figuratieve kracht van haar lijn stelt de kunstenaar in staat om met vormen te spelen zoals free jazz met standards speelt en zich ervan losmaakt: de hand wordt een glas, het hoofd een kan, het haar een gordijn, door subtiele visuele spelletjes in de compositie, allemaal superposities en organische herconfiguraties.
In het werk van Aurélie Gravas is de figuratie een uitnodiging om de sublieme wereld van de schilderkunst binnen te treden: de zekerheid van de lijn, die zich ten volle laat gelden of gesuggereerd wordt door de streling van het pigment, kleuren die elkaar lijken toe te zingen, krommingen die de vormen onderbreken of verzachten, reliëfs die krachtig gesuggereerd worden door een subtiel transparant spel waarbij de textuur van het doek aan de oppervlakte komt en waar vluchtige vormen over elkaar heen gelegd worden. De matte dikte van de olieverf en de lichtheid van de pigmenten die direct op het doek zijn aangebracht, creëren ware visuele raadsels die het oog sterk toespreken, prikkelen en ontroeren. De gedurfdheid van haar picturale werk gaat niet ten koste van het plezier van de kijker. De schilderijen van Aurélie Gravas hebben een goede werking: ze spreken tot de ziel en de zintuigen, tot de geest die in het oog glijdt, het centrale motief van de tentoonstelling.
Tekst van Florence Gravas
[FR]
Devant les Faces, ensemble de tableaux au pigment, à l’huile ou au fusain, on est pris par l’alliance captivante du grotesque et du sublime. On est en effet saisi par le grotesque de formes, de reliefs, de contours immédiatement reconnaissables : œil, main, chevelure, bouche. Mais aussi poisson, rideau, lune... qui tout en suggérant l’expressivité du visage humain, en assument une indéniable dimension comique. Le grotesque surgit ainsi du caractère fantasque, volontiers aventureux des éléments composant la toile, lesquels évoquent des visages tout à la fois présents et en vacances d’eux-mêmes, pris dans d’insensibles glissements vers un ailleurs. Cela fait immanquablement penser au voir-comme de Ludwig Wittgenstein et au canard-lapin qu’il analyse : image tantôt saisie comme canard, tantôt comme lapin, sans que l’œil puisse cesser d’y balancer. Car la puissance figurative de son trait permet à l’artiste de jouer avec les formes, comme le free jazz joue des standards en s’en émancipant : la main se fait verre, la tête se fait pichet, la chevelure se fait rideau, par de subtils jeux visuels dans la composition, toute en superpositions et en reconfigurations organiques.
C’est que dans le travail d’Aurélie Gravas, la figuration est en réalité une invitation à entrer dans l’univers sublime de la peinture : sureté du trait, qui s’affirme en plein, ou se suggère par la caresse du pigment, couleurs qui semblent chanter entre elles, courbes qui ponctuent ou qui alanguissent les formes, reliefs puissamment suggérés par un travail subtil de transparence où affleure le grain de la toile, et où se superposent des formes évanescentes. L’épaisseur mate de la peinture à l’huile, la légèreté des pigments posés à même la toile fabriquent de véritables rimes visuelles qui parlent fortement à l’œil, l’alertent et l’émeuvent. L’audace du travail pictural ne se fait pas au détriment du plaisir du spectateur. La peinture d’Aurélie Gravas fait du bien : elle parle à l’esprit et aux sens, à l’esprit qui se glisse dans l’œil, motif central de l’exposition.
Texte par Florence Gravas